Vele kleine vennootschappen met een boekjaar dat afsloot in het vierde kwartaal waren benadeeld met hun belaste reserves van aanslagjaar 2012. Ze vielen immers buiten de gunsten van zowel de zgn. vastklikoperatie als de bijzondere liquidatiereserve. Een vennootschap riep discriminatie in en trok daarmee naar het Grondwettelijk Hof. Met succes want het Grondwettelijk Hof gaf de vennootschap gelijk.

Op 2 februari 2018 publiceerde de administratie de procedure voor de aanleg van deze bijzondere liquidatiereserve AJ 2012. De aangifte (via Rv-on-web of op papier) en de betaling van de bijzondere aanslag moeten de administratie bereiken uiterlijk op 31 maart 2018.

Bijzondere liquidatiereserve aj 2012

Gat tussen "vastklikken" en de bijzondere liquidatiereserve

Vastklikoperatie (art. 537 WIB92). Dit was een eenmalige overgangsmaatregel die vennootschappen de kans gaf om hun belaste reserves “vast te klikken” aan 10% roerende voorheffing en het netto stuk in kapitaal op te nemen (de zgn. “interne” vereffening genoemd). Beoogd werden de belaste reserves die te lezen stonden in de laatste jaarrekening die uiterlijk op 31 maart 2013 was goedgekeurd door de algemene vergadering der aandeelhouders.

Bijzondere liquidatiereserve. Een kleine vennootschap kon haar winst na belasting van de boekjaren verbonden aan aanslagjaar 2013 en aanslagjaar 2014 op een bijzondere liquidatiereserve zetten (art. 541 WIB 92). Daarop betaalde zij dan een afzonderlijke belasting van 10%.

Gat tussen beide gunstregimes van 10%. Een vennootschap met een gebroken boekjaar dat afsloot in het vierde kwartaal van 2012, bijvoorbeeld afsluitend op 31.11.2012, had meestal op 31.03.2013 de jaarrekening voor boekjaar 2011-2012 (aanslagjaar 2012) nog niet goedgekeurd. Voor de neerlegging van de jaarrekening had ze trouwens de tijd tot zeven maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar. Voor dat aanslagjaar 2012 viel zij volledig uit de boot: géén vastklikoperatie (jaarrekening niet goedgekeurd op 30.03.2013) en géén bijzondere liquidatiereserve (pas mogelijk voor aanslagjaar 2013 en 2014). De wetgever had deze toestand laten bestaan.

Grondwettelijk Hof, 17 februari 2017: discriminatie

Het wast te verwachten dat een getroffen vennootschap met gebroken boekjaar hiermee ging aankloppen bij het Grondwettelijk Hof. De benadeelde vennootschap vroeg de vernietiging aan artikel 541 WIB 92 inzake de bijzondere liquidatiereserve wegens schending van het grondwettelijk gewaardborgde gelijkheidsbeginsel (art. 10 en 11 Grondwet). Met succes want het Grondwettelijk Hof ging in op dat verzoek.

Technisch vernietigde het Grondwettelijk Hof (arrest nr. 20/2017 van 16 februari 2017) artikel 541 WIB 92 in zoverre het sloeg op de jaarrekeningen van tot het boekjaar dat is verbonden aan het aanslagjaar 2012, wanneer de belaste reserves van dat aanslagjaar, gelet op de datum van de algemene vergadering, niet in aanmerking kwamen voor de regeling van de interne liquidatie. De rest van de wettelijke regeling blijft behouden.

De administratie of de rechter moeten aan benadeelde kleine vennootschappen de toepassing van het regime van de bijzondere liquidatiereserves alsnog toestaan voor het geheel of een gedeelte van de boekhoudkundige winst na belastingen dat verbonden is aan het aanslagjaar 2012.  Vereist is dat de vennootschap als klein kwalificeerde van dat aanslagjaar 2012.

Bijzondere liquidatiereserve AJ 2012: aangifte en betaling vóór 31 maart 2018!

Naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof werd dit “hiaat” door de wetgever opgevuld (Wet houdende diverse bepalingen IV van 25 december 2017, B.S. 29 december 2017).

Voorwaarden:

Een vennootschap die niet per kalenderjaar boekhoudt, en waarvan de belaste reserves van het aanslagjaar 2012, gelet op de datum van de algemene vergadering, niet in aanmerking kwamen voor de toepassing van artikel 537 (vastklikken van belaste reserves in kapitaal), kan voor een gedeelte of het geheel van de boekhoudkundige winst na belasting van het boekjaar verbonden met aanslagjaar 2012, eveneens een bijzondere liquidatiereserve aanleggen op één of meerdere afzonderlijke rekeningen van het passief, voor zover de volgende voorwaarden worden nageleefd:

  1. de vennootschap wordt op grond van artikel 15 W.Venn. als kleine vennootschap aangemerkt voor het boekjaar dat verbonden is met het aanslagjaar 2012;

  2. de vennootschap betaalt ten laatste op 31 maart 2018 een bijzondere aanslag van 10%, die wordt gelijkgesteld met de in artikel 219quater WIB92 bedoelde afzonderlijke aanslag, waarvan zowel de grondslag als de toepassings- en betalingsmodaliteiten worden bepaald in de §§ 3 en 4;

  3. de liquidatiereserve wordt ten laatste op het einde van het boekjaar waarin de 10% bijzondere aanslag is betaald, geboekt op één of meerdere afzonderlijke rekeningen van het passief;

  4. het bedrag van de in deze paragraaf bedoelde liquidatiereserve overtreft het bedrag van de boekhoudkundige winst na belastingen voor het belastbaar tijdperk verbonden met het aanslagjaar 2012 niet;

  5. het bedrag van de hier bedoelde liquidatiereserve is beperkt tot de in 4° bedoelde bedragen die nog steeds in de reserves zijn geboekt bij het begin van het boekjaar waarin de 10% bijzondere aanslag werd betaald;

  6. de aanleg van de hier bedoelde liquidatiereserve gebeurt met inachtneming van de wettelijke en eventuele statutaire verplichtingen;

  7. de vennootschap dient ten laatste op de datum van de betaling van 10% bijzondere aanslag, bij de bevoegde dienst van de administratie die belast is met de inning en invordering, een bijzondere aangifte in waarbij ze de administratie in kennis stelt van haar benaming en haar fiscaal identificatienummer evenals van de belastbare grondslag, het tarief, het bedrag van de hiervoor vermelde bijzondere aanslag en de bevestiging van het feit dat de vennootschap aan alle voorwaarden van artikel 15 W.Venn. voldeed voor het boekjaar dat verbonden is met het aanslagjaar 2012;

  8. de vennootschap voegt een kopie van de bijzondere aangifte bij de aangifte in de vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbaar tijdperk waarin de bijzondere aanslag werd betaald;

  9. de jaarrekeningen met betrekking tot het boekjaar verbonden aan het aanslagjaar 2012 zijn ofwel neergelegd op datum van 31 maart 2013 of, wat de vennootschappen betreft die hun boekhouding afsluiten op een datum die valt van 1 september 2012 tot en met 30 december 2012, ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar, ofwel, wat in artikel 97 W.Venn. bedoelde vennootschappen betreft, goedgekeurd door de algemene vergadering overeenkomstig artikel 92 W.Venn. en samen met de aangifte in de vennootschapsbelasting ingediend voor het betrokken aanslagjaar;

  10. artikel 537 was niet van toepassing op de vennootschap wat het aanslagjaar 2012 betreft gelet op de datum van de algemene vergadering zoals voorzien in het Wetboek van vennootschapen.

Procedure

De administratie publiceerde op 2 februari 2018 de procedure voor de aanleg van de bijzondere liquidatiereserve AJ 2012.

U kan vanaf 2 februari tot uiterlijk 31 maart 2018 de bijzondere aangifte van de liquidatiereserve voor aanslagjaar 2012 indienen. Dit kan via Rv-on-web (model 275A).

275A bijzondere liquidatiereserve aj 2012

U kunt ook het formulier 275A-Bijz.-aj.2012 downloaden op Myminfin (interactieve diensten) en opsturen via de post of per mail.

De aangifte en de betaling moeten de administratie bereiken ten laatste op 31 maart 2018! Opgelet: de aangifte moet de administratie bereiken ten laatste op de datum van de betaling!

Opleidingen vennootschapsbelasting

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief