Het KB van 26-01-2018 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de voordelen van alle aard in geval van toekenning van een renteloze lening of een lening tegen verminderde rentevoet, is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30-01-2018. De fictieve debetrente voor rekeningen courant is gedaald van 9,27% (voor inkomstenjaar 2016) naar 8,78% (voor inkomstenjaar 2017).

Referentierentevoeten renteloze leningen 2017

Toepasselijke rentevoeten

VAA = referentievoet op jaarbasis volgens type lening –werkelijk aangerekende rentevoet

Voor de vaststelling van het voordeel van alle aard worden referentievoeten gebruikt. Deze referentie-voeten worden jaarlijks forfaitair bij KB vastgelegd voor elk type lening (art. 18, § 3, 1, KB/WIB 92). Het voordeel wordt bepaald in functie van de referentievoet van het jaar waarin de leningsovereenkomst is afgesloten. Het voordeel wordt berekend door het verschil te nemen tussen de toepasselijke referentievoet (van art 18, KB/WIB 92) en de rentevoet die de werkgever hanteert.

De volgende referentierentevoeten zijn van toepassing op de vanaf 1 januari 2017 gesloten leningsovereenkomsten:

Hypothecaire leningen Referentierentevoet
Terugbetaling gewaarborgd door een gemengde levensverzekering 2,13 %
Andere 2,00 %
Niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd 8,78 %
Niet-hypothecaire leningen met vaste looptijd Maandelijks lastenpercentage
Financiering aankoop wagen 0,06 %
Andere 0,20

De maandelijkse referte-indexen voor hypothecaire leningen, toegestaan vanaf 1 januari 2017, waarin een veranderlijke renterentevoet is bedongen, zijn opgenomen in bijlage I van het KB/WIB 92.

De renteverlaging wegens kinderen ten laste wordt niet in aanmerking genomen voor de vaststelling van de rentevoet die wordt aangerekend aan de ontlener. Als de lening periodiek wordt afgelost (periodieke terugbetaling van kapitaal en intresten) ontstaat het voordeel van alle aard op de datum van elke aflossing van de lening. We berekenen het voordeel op het nog uitstaand kapitaal. Als het kapitaal wordt terugbetaald op het einde van de looptijd ontstaat het voordeel van alle aard op elke vervaldag van de rente.

Fictieve debetrente

Indien de rekening-courant van de bedrijfsleider in zijn vennootschap een debetsaldo vertoont dan heeft de vennootschap een vordering op de bedrijfsleider. De bedrijfsleider moet het bedrag van het debetsaldo nog terugbetalen aan zijn vennootschap. In feite komt een debetsaldo overeen met een lening die de vennootschap aan haar bedrijfsleider heeft toegestaan. Zolang de bedrijfsleider kosteloos kan beschikken over geld van zijn vennootschap levert hem dat een voordeel op. Dit rentevoordeel noemen wij de fictieve debetrente.

Het bedrag van deze fictieve debetintresten uit een goedkope of gratis lening wordt forfaitair bepaald via art. 36, WIB 92 en art. 18, § 3, 1, KB/WIB 92. Het rentetarief varieert van jaar tot jaar.

Inkomstenjaar Referentievoet
2014 9,20 %
2015 8,16 %
2016 9,27%
2017 8,78%

Principe: maandelijkse berekening

Het voordeel wordt geacht verkregen te zijn op het einde van elke maand. Daarom wordt de fictieve debetrente in principe maandelijks berekend door volgende formule:

(beginsaldo maand + eindsaldo maand) / 2 x (referentierentevoet x 1/12)

Om het gemiddelde te bepalen tellen we het debetsaldo aan het begin en het debetsaldo op het einde van elke maand samen en die som delen we door 2.

We delen eerst de referentievoet door 12. De referentievoet op jaarbasis voor het kalenderjaar 2017 bedraagt 8,78 %. Op maandbasis is dat 8,78/12 = 0,73166. Het verkregen resultaat kappen we af na het derde decimaal. We vermenigvuldigen dus elke maandelijkse gemiddelde debetstand met 0,731 %.

Afwijking: jaarlijkse berekeneing

Indien de rekening-courant tijdens het jaar nauwelijks schommelt berekenen we het voordeel op jaarbasis. We tellen het debetsaldo aan het begin en het debetsaldo op het einde van het jaar samen en die som delen we door 2. Dat bedrag vermenigvuldigen we voor 2017 met 8,78 %.

In dat geval wordt de fictieve debetrente berekend met devolgende formule:

(beginsaldo jaar + eindsaldo jaar) / 2 x referentierentevoet

Het voordeel moet verminderd worden met de interest die de werknemer of de bedrijfsleider al aan de vennootschap heeft betaald of welke al aan hem zijn aangerekend.

Volgens de administratie mogen creditsaldi van een rekening courant niet worden afgetrokken van de debetsaldi van die rekening courant (uiteraard wel creditboekingen van debetboekingen). Een creditsaldo van de R/C komt overeen met een stand 0 in de berekening van de fictieve debetinteresten.

Bron: KB van 26.01.2018, BS 30.01.2018.

Hou uw kennis op peil met onze fiscale club!

  • Inschrijven voor de volgende sessie(s) van onze fiscale club kan nog! Met behoud van GRATIS toegang tot Practinet (modules PB en VenB) vanaf uw inschrijving tot 30/06/2024!

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief