Het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting (formulier 275.1) met betrekking tot aanslagjaar 2021 werd op 26 mei 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (KB van 17 mei 2021). Het aangifteformulier vennootschapsbelasting bevat vooral verschillen met vorig jaar ingevolge de vele steunmaatregelen die zijn ingevoerd omwille van corona.

U kan het formulier van de nieuwe aangifte vennootschapsbelasting AJ 2021 hier downloaden:

Aangifte vennootschapsbelasting aj 2021

Topics van dit bericht:

  1. Vak Reserves/Belastbare gereserveerde winst
  2. Vak Verworpen uitgaven
  3. Vak Uitgekeerde dividenden
  4. Vak Uiteenzetting van de winst
  5. Verrekenbare voorheffingen
  6. Gecontroleerde buitenlandse ondernemingen
  7. BIZTAX
  8. Meer info

Vak Reserves/Belastbare gereserveerde winst 

Aanpassingen in meer begintoestand reserves

De aangifte bevat een nieuwe mogelijkheid tot aanpassing in meer van de begintoestand van de belastbare reserves:

vrijstelling ten belope van het overgedragen, niet aftrekbaar financieringskostensurplus (code 1064)

De nieuwe vrijstelling houdt verband met de mogelijkheid tot overdracht van in een vorig belastbaar tijdperk verworpen interestuitgave (in het kader van de ATAD-intrestaftrekbeperking) alsnog in een later tijdperk met de winst te verrekenen.

Het zgn. financieringskostensurplus is niet als beroepskost aftrekbaar in de mate dat het de aftrekcapaciteit van het betrokken boekjaar overschrijdt. Die aftrekcapaciteit is het hoogste van de twee volgende grensbedragen : 3 miljoen EUR of 30 % van de fiscale EBITDA van de vennootschap.

Het voor een bepaald boekjaar niet-aftrekbaar gedeelte van het financieringskostensurplus moet in de aangifte onder de verworpen uitgaven worden vermeld (code 1262). Dit niet-aftrekbaar gedeelte is zonder beperking in de tijd overdraagbaar naar volgende belastbare tijdperken. Het kan dan in een later belastbaar tijdperk worden gebruikt om een onbenutte aftrekcapaciteit aan te vullen (art. 194sexies WIB 1992).

Aangifte-technisch wordt de winst vrijgesteld door een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves (artikel 74, tweede lid, 1°, j)KB/WIB 92 , zoals gewijzigd door het KB van 09.12.2019).

Voorbeeld

Gegevens van boekjaar 2019 :

  • financieringskostensurplus = 20 000 000
  • aftrekcapaciteit = 18 000 000
  • niet-aftrekbaar financieringskostensurplus = 2 000 000.

Die 2 000 000 is overdraagbaar naar latere boekjaren.
Gegevens van boekjaar 2020 (nu doet zich de omgekeerde situatie voor):

  • financieringskostensurplus  = 15 000 000
  • aftrekcapaciteit = 16 500 000
  • onbenutte aftrekcapaciteit =  1 500 000.

Van het overgedragen financieringskostensurplus van boekjaar 2019 (2 000 000) kan er 1 500 000 worden aangewend om de onbenutte aftrekcapaciteit voor boekjaar 2020 aan te vullen. Het resterende saldo van500 000 is verder overdraagbaar naar volgende boekjaren.

Aangifte-technisch wordt de aanwending gerealiseerd via een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves voor aanslagjaar 2021 (boekjaar 2020) in de nieuwe code 1064:

vrijstelling ten belope van het overgedragen, niet-aftrekbaar financieringskostensurplus: 1 500 000.
De overdracht van het niet-aftrekbaar financieringskostensurplus en de aanwending ervan in een later boekjaar moeten worden verantwoord aan de hand van de opgave 275 SE die bij de VenB-aangifte moet worden gevoegd.

Vak Verworpen uitgaven 

Disconto op niet-afschrijfbare vaste activa

niet-aftrekbare in kosten opgenomen disconto's op niet-afschrijfbare immateriële of materiële vaste activa of financiële vaste activa (nieuwe code 1243)

Het vak inzake de verworpen uitgaven bevat de nieuwe rubriek voor de verwerping van de kosten die voortkomen uit het geboekte disconto op schulden.

Vanaf aanslagjaar 2021 (verbonden aan een boekjaar dat ten vroegste is aangevangen op 01.01.2020) is het in kosten geboekte disconto n.a.v. de verwerving van niet-afschrijfbare immateriële of materiële vaste activa of financiële vaste activa, fiscaal een niet-aftrekbare beroepskost voor zover de aankoopprijs van het actief lager is dan de werkelijke waarde verhoogd met het disconto (art. 198, § 1, 8° WIB 1992). Disconto heeft te maken heeft met het feit dat er bv. uitstel van betaling zonder interest is verleend.

Vak Uitgekeerde dividenden 

Verdeling maatschappelijk vermogen

Wanneer het maatschappelijk vermogen van een vennootschap wordt verdeeld ten gevolge van ontbinding of om enige andere reden, dan behoort de toegekende liquidatiebonus tot de uitgekeerde dividenden. Het gaat om het positieve verschil tussen de uitkeringen in geld, in effecten of in enige andere vorm, en de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal (art. 209, § 1 WIB 1992). Daarom bevat het vak van de uitgekeerde dividenden ook een rubriek verdeling van maatschappelijk vermogen.

In de nieuwe aangifte is deze rubriek verdeling van maatschappelijk vermogen uitgesplitst in twee nieuwe rubrieken :

Gedeelte van de verdeling van maatschappelijk vermogen dat voortkomt van een vermindering van de liquidatiereserve en van een vermindering van de bijzondere liquidatiereserve (nieuwe code 1305)

Dat gedeelte van de liquidatiebonus dat voortkomt van een vermindering van de gewone of de bijzondere liquidatiereserve kan vrij van roerende voorheffing en van personenbelasting worden uitgekeerd aan de aandeelhouders-natuurlijke personen.

Verdeling van maatschappelijk vermogen na aftrek van het gedeelte dat voortkomt van een vermindering van de liquidatiereserve en van een vermindering van de bijzondere liquidatiereserve (nieuwe code 1306)

In deze rubriek moet het saldo van de liquidatiebonus worden vermeld, dus het gedeelte dat niet voortkomt van een onttrekking van de liquidatiereserve.

Dividenden zonder roerende voorheffing

geherformuleerde code 1322:

De vennootschap is op de hoogte van haar verplichting om een aangifte in de roerende voorheffing (aangifteformulier 273A) in te dienen wanneer ten minste één van de rubrieken ‘Gewone dividenden’ (regel 1301), ‘Verkrijging van eigen aandelen’ (regel 1302), ‘Overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot’ (regel 1303) of ‘Verdeling van maatschappelijk vermogen na aftrek van het gedeelte dat voortkomt van een vermindering van de liquidatiereserve en van een vermindering van de bijzondere liquidatiereserve’ (regel 1306) is ingevuld, zelfs wanneer geen roerende voorheffing is verschuldigd

Sinds aanslagjaar 2017 bevat het vak van de uitgekeerde dividenden een rubriek waarin de vennootschap moet aanstippen of zij op de hoogte is van haar verplichting om een aangifte in de roerende voorheffing (formulier 273 A) in te dienen wanneer zij de rubriek uitgekeerde dividenden (regel 1320 m.b.t. het totaal van de uitgekeerde dividenden) invult, zelfs wanneer geen roerende voorheffing is verschuldigd.

De administratie herinnert eraan dat een aangifte in de roerende voorheffing moet worden ingediend, ook als er geen RV verschuldigd is op de uitgekeerde dividenden, bv. omdat toepassing kan worden gemaakt van de vrijstelling onder de Moeder-dochterrichtlijn.

In de nieuwe aangifte is deze rubriek anders geformuleerd om rekening te houden met de nieuwe rubriek inzake de vrijgestelde liquidatiebonus die afkomstig is van de gewone of bijzondere liquidatiereserve.  Wanneer de liquidatiebonus een liquidatiereserve betreft die in het kader van de vereffening wordt uitgekeerd, dan wordt dit niet als een roerend inkomen beschouwd en moet deze niet opgenomen worden in de aangifte RV.

Zodra de vennootschap in het vak van de uitgekeerde dividenden een andere rubriek invult dan de rubriek inzake de liquidatiereserve (bv. de rubriek gewone dividenden, de rubriek verkrijging van eigen aandelen, ed.), dan moet zij aangeven kennis te hebben van de verplichting tot indiening van een aangifte in de roerende voorheffing.

Vak Uiteenzetting van de winst 

Aftrekverbod

Bestanddelen van het resultaat waarop het aftrekverbod van toepassing is:

 Opnemingen van bepaalde vrijgestelde reserves  (nieuwe code 1416)

In het vak over de uiteenzetting van de winst worden de bestanddelen van het resultaat afgezonderd waarop het aftrekverbod van toepassing is (bedoeld in art. 207, lid 7 WIB 1992).

In de nieuwe aangifte zijn deze bestanddelen van het aftrekverbod aangevuld met de opnemingen van bepaalde vrijgestelde reserves (nieuwe code 1416). In de aanslagjaren 2021 en 2022 kunnen voorheen belastingvrije gereserveerde winsten opgenomen worden tegen een verlaagd tarief van 15 % of 10 % (art. 519ter WIB 1992). Op de belastbare grondslag van deze opnemingen is het aftrekverbod van toepassing (art. 519ter, § 2 WIB 1992). Daarom werd de nieuwe code 1416 toegevoegd op de aangifte.

Buitenlandse verliezen

Nieuw onderdeel in rubriek Resultaat na toepassing van het aftrekverbod (+)/(-) :

Verliezen van buitenlandse oorsprong die niet in aanmerking worden genomen om de belastbare grondslag vast te stellen (nieuwe code 1419)

De rubriek inzake het resultaat na toepassing van het aftrekverbod wordt in de aangifte gevolgd door een nieuwe rubriek waar melding moet worden gemaakt van de verliezen van buitenlandse oorsprong die niet in aanmerking worden genomen om de belastbare grondslag vast te stellen (nieuwe code 1419).

Deze nieuwe code heeft te maken met de wetswijziging vanaf aanslagjaar 2021 (verbonden aan een boekjaar dat ten vroegste aanvangt vanaf 01.01.2020) inzake de aftrekbaarheid van verliezen van buitenlandse oorsprong. Verliezen geleden in buitenlandse inrichtingen of onroerende goederen gelegen in landen waarvan de winst volledig is vrijgesteld in België, zijn voortaan in principe niet aftrekbaar van de Belgische winsten tenzij het gaat om definitieve beroepsverliezen in de EER.

Voor buitenlandse inrichtingen of activa waarvan de winst gedeeltelijk in België belastbaar is, de verliezen ook nog slechts gedeeltelijk aftrekbaar zijn in dezelfde verhouding. De niet-aftrekbare buitenlandse verliezen dienen naast de code 1419 genoteerd te worden. Op deze manier worden de verliezen uit het belastbaar resultaat gelicht.

Belastbare grondslag – tarief

Voorheen vrijgestelde winst tax shelter belastbaar tegen 25% (nieuwe code 1478)

Ingeval de voorheen in het kader van de tax shelter voor audiovisuele werken en podiumwerken vrijgestelde winst belastbaar wordt voor een bepaald belastbaar tijdperk (bv. omdat de vennootschap de gestelde voorwaarden niet langer naleeft), dan is dergelijke winst belastbaar tegen het tarief van de vennootschapsbelasting zoals van toepassing voor het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd (art. 194ter, § 7, lid 5 WIB 1992).
De volgende tarieven kunnen van toepassing zijn voor aanslagjaar 2021 op de winst die onder deze omstandigheden belastbaar is geworden:

  • het tarief van 33,99 %, als voor het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd dit oude tarief nog gold. In dat geval moet deze winst worden vermeld bij de code 1473;
  • het tarief van 29,58 %, als voor het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd dit tarief gold. In dat geval moet deze winst worden vermeld bij de code 1477;
  • het tarief van 25 %, als voor het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd dit tarief al geldt. In dat geval moet deze winst worden vermeld bij de nieuwe code 1478.
Opneming van bepaalde vrijgestelde reserves belastbaar tegen 15% (nieuwe code 1482)
Opneming van bepaalde vrijgestelde reserves belastbaar tegen 10% (nieuwe code 1483)

De opnemingen voor aanslagjaar 2021 van voorheen belastingvrije reserves tegen het verlaagd tarief van 15 % of 10 %, moeten respectievelijk worden vermeld bij de nieuwe code 1482 en code 1483.

Gedeelte van de grondslag belastbaar tegen gewoon tarief dat in principe onderworpen is aan het tarief van 29% (nieuwe code 6123)

Gedeelte van de grondslag belastbaar tegen het exit taks tarief van 15% waarvoor de belasting wordt verhoogd met een ACB van 2% (nieuwe code 6124)

De rubriek "correctie van het tarief van de vennootschapsbelasting als gevolg van een vanaf 26.07.2017 aangebrachte wijziging aan de afsluitingsdatum van het boekjaar" heeft te maken met de antimisbruikbepaling die de wetgever in het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting heeft ingevoerd om te vermijden dat vennootschappen hun boekjaar verlengen of verkorten teneinde eerder gebruik te kunnen maken van de tariefaanpassingen. Wijzigingen die vanaf 26 juli 2017 aan de afsluitingsdatum van het boekjaar worden aangebracht blijven immers zonder uitwerking voor de toepassing van de hervormingsmaatregelen.

Deze rubriek is nu aangevuld met twee nieuwe subrubrieken.

De subrubriek "gedeelte van de grondslag belastbaar tegen gewoon tarief dat in principe onderworpen is aan het tarief van 29 %” (nieuwe code 6123) is voorzien voor de situatie waarin op basis van de antimisbruikbepaling een correctie moet worden uitgevoerd waardoor een deel van de winst tegen het tarief van 29 %  i.p.v. van 25 %  belastbaar is.

Verrekenbare voorheffingen 

Niet-terugbetaalbare voorheffingen

andere verrekenbare bestanddelen (nieuwe code 1835).

In het vak van de verrekenbare voorheffingen is de rubriek niet-terugbetaalbare voorheffingen aangevuld met de nieuwe subrubriek. Deze nieuwe subrubriek is bedoeld is voor het invullen van het niet-terugbetaalbaar belastingkrediet dat vennootschappen/verhuurders kunnen genieten wanneer zij vrijwillig de huur van de maanden maart, april en/of mei 2021, ten belope van minstens 40 % kwijtschelden aan hun huurder die zijn handelszaak moest sluiten naar aanleiding van de federale corona-maatregelen (wet van 2 april 2021, B.S. 13 april 2021).

De maatregel zal worden verlengd voor de maanden juni, juli, augustus en september 2021 (persbericht van de eerste minister dd. 18 mei 2021).

Voor vennootschappen met een gebroken boekjaar kan dit belastingkrediet voor kwijtgescholden huur al van toepassing zijn voor aanslagjaar 2021.

Gecontroleerde buitenlandse ondernemingen 

De voorwaarden in code 1901 zijn aangepast

Sinds aanslagjaar 2020 (boekjaar ten vroegste gestart vanaf 01.01.2019) werd een CFC-regeling ingevoerd in ons wetboek. CFC staat voor Controlled Foreign Company. Hiermee beoogt de wetgever de niet-uitgekeerde winst verworven door een laagbelaste buitenlandse vennootschap uit bepaalde kunstmatige constructies te belasten in hoofde van de Belgische controlerende vennootschap. Deze belasting wordt gerealiseerd door deze niet-uitgekeerde CFC-winst op te nemen onder de verworpen uitgaven bij de binnenlandse controlerende vennootschap (code 1238).

Aan deze CFC-regeling is ook een bijzondere aangifteplicht verbonden. De vennootschap moet in het vak gecontroleerde buitenlandse ondernemingen het bestaan melden van een CFC waarvan de niet-uitgekeerde winst in haar hoofde belastbaar is.

In de aangifte is de tekst naast code 1901 geherformuleerd aangezien de geviseerde buitenlandse rechtspersonen zijn uitgebreid met de rechtspersonen die zijn gevestigd in rechtsgebieden die voorkomen op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden. De uitbreiding geldt voor de boekjaren die vanaf 31 december 2020 worden afgesloten (wet van 20.12.2020).

BIZTAX 

Sinds 1 juni 2021 is de applicatie Biztax beschikbaar voor het aanslagjaar 2021.

Meer info 

Opleidingen vennootschapsbelasting

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief