Een lening aangegaan voor eenzelfde woning kan in eenzelfde jaar soms voor een stuk recht geven op het gewestelijk belastingvoordeel en voor een stuk  op het federaal belastingvoordeel. Let daar mee op bij het invullen van uw aangifte. Dit is mogelijk in de volgende drie situaties. 

1. U gebruikt uw eigen woning deels beroepsmatig

U gebruikt uw woning voor 75% privématig (eigen woning) en voor 25% beroepsmatig als zelfstandige of als kostenbewijzer. In principe komt dan 75% van uw woning en van de leningsuitgaven in aanmerking komen voor de gewestelijke belastingvoordelen. De andere 25% van de woning is ‘niet-eigen’, want u betrekt dat stuk niet zelf. Voor dat beroepsmatig gebruikte gedeelte krijgt u de federale belastingvoordelen.

Let op. Is de aankoopsom van de woning volledig beleend zonder specifieke opsplitsing , dan moet u zowel de kapitaalaflossingen, de interesten als ook de schuldsaldoverzekeringspremie opsplitsten tussen het deel “eigen woning” en het deel “niet-eigen” woning.

Tip. Is de aankoopsom van de woning niet volledig beleend en is er geen specifieke opsplitsing in de lening gemaakt, dan aanvaardt de fiscus dat u de lening in de eerste plaats dient voor de verwerving van het beroepsgedeelte (Circ. nr. RH. 243/426 van 29 april 2002).

2. U verhuurt uw eigen woning deels

U verhuurt als bedrijfsleider een deel van uw woning aan uw eigen vennootschap. Ook in dat geval is het deel dat u verhuurt aan uw eigen vennootschap ‘niet-eigen’ en geeft dat deel u geen recht op een gewestelijk fiscaal voordeel, maar een federaal fiscaal voordeel. 

Tip. Uw woning die u omwille van zgn. beroeps- of sociale redenen niet zelf bewoont en verhuurt aan ‘derden’, blijft toch volledig als ‘eigen’ woning kwalificeren (Circ. Ci RH.331/633.998 van 03.02.2015).

3. U verhuist in de loop van het jaar

Om na te gaan of een woning al dan niet uw ‘eigen woning’ is, moet u dat in de loop van het inkomstenjaar van dag tot dag beoordelen. Wanneer u in de loop van het jaar verhuist naar een andere woning en de oorspronkelijke woning behoudt, dan ‘switchen’ de leningsuitgaven voor die oorspronkelijke gezinswoning tijdens de loop van het jaar van uitgaven die recht geven op een gewestelijk fiscaal voordeel naar uitgaven die recht geven op een federaal voordeel.

Let op. Waar u op 1 januari van het aanslagjaar woont of uw zgn. fiscale woonplaats heeft, is enkel van belang om te bepalen welk gewest (Vlaanderen, Brussel of Wallonië) er in uw situatie bevoegd is en van welk gewest u de belastingvoordelen krijgt.

Voorbeeld. U woont op 01.01.2015 in uw eigen appartement. Op 10 augustus 2015 verhuist u naar uw aangekochte landelijk woonhuis. Het appartement verkoopt u niet, maar zal u verhuren. In dat geval krijgt u voor de leningsuitgaven voor het appartement vanaf 01 januari 2015 tot en met 9 augustus 2015 de gewestelijke fiscale voordelen (‘eigen woning’). Na de verhuis naar uw woonhuis lopen de leningsuitgaven voor uw appartement nog verder door. Vanaf 10 augustus 2015 komen die uitgaven dan in aanmerking voor de federale voordelen (‘niet-eigen woning’).

BESLUIT. De ‘eigen woning’ is op dagbasis te beoordelen. Gebruikt u uw eigen woning deels beroepsmatig of verhuurt u de woning deels, dan geeft de lening daarvoor deels recht op een gewestelijk fiscaal voordeel en deels op een federaal voordeel. Hetzelfde geldt zo u verhuist tijdens het jaar en u uw oude woning behoudt.

Opleidingen personenbelasting

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief