Het voortzettingsstelsel

Bij de stopzetting van een eenmanszaak kan de fiscus zowel verwezenlijkte als vastgestelde meerwaarden belasten. In geval van overlijden zal de fiscus vaak de meerwaarden vaststellen op basis van de ingediende successieaangifte. Gelukkig bestaat in deze situaties de mogelijkheid om het voortzettingsstelsel toe te passen en zo aan de meerwaardenbelasting te ontsnappen.

Voortzettingsstelsel: Alle activa van de onderneming moeten overgaan naar de voortzetter(s)

De stopzettingsmeerwaarden worden volledig maar tijdelijk vrijgesteld wanneer de volledige beroepswerkzaamheid of een of meer takken van werkzaamheid worden voortgezet door (art. 46, § 1, eerste lid, 1° WIB 1992):

  • ofwel de echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner;
  • ofwel een of meer erfgenamen of erfgerechtigden in de rechte lijn van de belastingplichtige.

Het voortzettingsstelsel is van toepassing, ongeacht:

  • de manier van overdracht (verkoop, schenking, erfenis …);
  • de reden van overdracht (bij pensionering, overlijden …).

Het voortzettingsstelsel is facultatief. De overlater kan er immers afstand van doen. Te dien einde moet hij die verzaking duidelijk, ondubbelzinnig en tijdig betuigen (Com.IB 46/14). Als de belastingplichtige is overleden, moeten alle belanghebbenden (d.w.z. alle erfgenamen) afstand doen van het voortzettingsstelsel. (Com.IB 46/15).

Gevolgen bij de toepassing van het voortzettingsstelsel

De overdracht van een beroepswerkzaamheid onder het voortzettingsstelsel is een fiscaal neutrale verrichting. Dit betekent dat de overnemer alle fiscale rechten en verplichtingen van de overlater overneemt alsof de onderneming niet van eigenaar zou zijn veranderd.

De afschrijvingen, de meer- en minderwaarden op de overgedragen activa moeten dus voor de overnemer worden berekend op grond van de aanschaffings- of beleggingswaarde die de activa bij de vorige eigenaar hadden. Ook de bestaande waardeverminderingen, voorzieningen, onder- en overwaarderingen, de gespreide investeringsaftrekken, de gespreide taxatie van meerwaarden en kapitaalsubsidies gaan op de overnemer over alsof er geen overdracht zou hebben plaatsgevonden (art. 46, § 2 WIB 1992).

Parlementaire vraag van 13.06.2023

Vragen aan de Minister

Aan de Minister werden drie concrete situaties voorgelegd i.v.m. de toepassing van het voortzettingsstelsel. Het betreft drie situaties waarbij de zelfstandige komt te overlijden. De langstevende echtgenoot zet de beroepswerkzaamheid verder, maar het probleem is dat de kinderen ook op een deel van de erfenis (inclusief de beroepsactiva) aanspraak maken.

Geval 1: Naar aanleiding van het overlijden verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik over het handelsfonds en het vruchtgebruik over de beroepsgebouwen (de kinderen verkrijgen de blote eigendom).

Geval 2: Naar aanleiding van het overlijden verkrijgt de langstlevende echtgenoot de volle eigendom over het handelsfonds en verkrijgen de kinderen de volle eigendom over de beroepsgebouwen.

Geval 3: Naar aanleiding van het overlijden verwerft de langstlevende echtgenoot voor één derde de volle eigendom van het handelsfonds en de beroepsgebouwen.

Aan de Minister worden telkens volgende drie vragen gesteld:

  1. Klopt het dat in de drie bovenstaande gevallen alle vastgestelde meerwaarden op het handelsfonds en de beroepsgebouwen volledig (maar tijdelijk) kunnen worden vrijgesteld in het kader van het voortzettingsstelsel? Of moet de vrijstelling beperkt worden in functie van de activa die de langstlevende echtgenoot zelf verwerft?
  2. Klopt het dat in de drie bovenstaande gevallen de langstlevende echtgenoot verder kan afschrijven op grond van de aanschaffingswaarde van de overlater, zelfs op de activa waarvan de echtgenoot enkel de blote eigendom of zelfs geen eigendomsrechten heeft verworven?
  3. Kunt u bevestigen dat (in de drie bovenstaande gevallen) bij een latere vervreemding van de beroepsactiva de meerwaarde zal worden berekend en belast in hoofde van de langstlevende echtgenoot (en dus niet deels bij de kinderen), zelfs op de activa waarvan de echtgenoot enkel de blote eigendom of zelfs geen eigendomsrechten heeft verworven?

Antwoord van de Minister

Het voortzettingsstelsel is fiscaal een neutrale verrichting. Dit betekent dat de nieuwe belastingplichtige alle fiscale rechten en verplichtingen overneemt alsof de onderneming niet van eigenaar zou zijn veranderd. In hoofde van de voortzetter(s) worden de in aanmerking te nemen afschrijvingen, investeringsaftrekken, minderwaarden of meerwaarden op activa bepaald alsof deze niet van eigenaar waren veranderd.

Om in deze continuïteit te kunnen voorzien is het echter noodzakelijk dat de begintoestand van de in de onderneming opgenomen activa in hoofde van de voortzetter(s) overeenstemt met de eindtoestand van die activa in hoofde van de vroegere belastingplichtige. Dit blijkt niet uit de gegevens van uw vraag.

Conclusie

Door dit strenge antwoord wordt de facto een voorwaarde toegevoegd om het voortzettingsstelsel te kunnen toepassen. Namelijk dat alle beroepsactiva moeten overgaan van de overlater naar de overnemer.

De oplossing die de toepassing van het voortzettingsstelsel biedt wordt hierdoor sterk ingeperkt, zeker in geval van overlijden van de zelfstandige. Om het voortzettingsstelsel te kunnen toepassen moeten volgens de minister dus ofwel alle beroepsactiva worden overgedragen of moeten alle erfgenamen de eenmanszaak als 'feitelijke vereniging' verderzetten. Dit laatste zal enkel mogelijk zijn als de leden van de feitelijke vereniging enkel bestaan uit de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner en/of erfgenamen / erfgerechtigden in rechte lijn...

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?