Het verschaffen van gemeubeld logies in hotels, motels en in inrichtingen waar aan betalende gasten onderdak wordt verleend is een handeling die onder bepaalde voorwaarden onderworpen is aan de btw (artikel 44, §3, 2° a) WBTW). Vanaf 1 januari 2022 kunnen de belastingplichtigen die deze diensten verrichten niet meer opteren voor de regeling kleine ondernemingen met een maximale omzet van 25.000 € (Wet van 27 december 2021). Vanaf 1 juli 2022 wordt bovendien de termijn beperkt tot een verblijf van minder dan drie maanden.

Gemeubeld logies onderworpen aan btw

Zoals hierboven reeds vermeld, is het verschaffen van gemeubeld logies met de daarbij horende minimale diensten onderworpen aan de btw. Het toepasselijk tarief in België bedraagt 6 %.

Indien deze handelingen vrij beperkt waren, konden deze verhuurders opteren om de regeling van de ‘kleine ondernemingen’, zoals voorzien in artikel 56bis WBTW, toe te passen voor zover hun jaaromzet niet hoger was dan 25.000 €. Zij moesten in dat geval dus geen btw aanrekenen en ook geen btw-aangiftes indienen.

Verhuur van gemeubeld logies: geen regeling kleine onderneming vanaf 2022

Regeling kleine ondernemingen: niet meer mogelijk vanaf 1 januari 2022

Via de wet van 27 december 2021 (BS van 31 december 2021) werd deze mogelijkheid evenwel afgeschaft, zodat ook zij de btw dienen aan te rekenen over deze diensten. Dit heeft uiteraard ook tot gevolg dat zij de btw geheven van de inkomende handelingen met betrekking tot deze diensten ook kunnen recupereren.

Periode van minder dan 3 maand vanaf 1 juli 2022

De federale regering wil ook verhinderen dat projectontwikkelaars btw toepassen op verhuringen van gemeubelde studentenkamers en daardoor verleden of toekomstige btw in aftrek brengen. Om dat te bewerkstelligen wordt er gesleuteld aan de btw-plichtigheid van gemeubelde logies. Meer bepaald wordt er een termijnvoorwaarde ingevoerd: de actieve verhuur van een gemeubeld logies is enkel nog btw-plichtig voor zover die betrekking heeft op een periode van minder dan drie maanden.

De huidige uitzondering op de vrijgestelde onroerende verhuur was als volgt geformuleerd: het verschaffen van gemeubeld logies in hotels, motels en in inrichtingen waar aan betalende gasten onderdak wordt verleend;.

Vanaf 1 juli 2022 zal er slechts aan de vrijstelling kunnen ontsnapt worden als voor het verschaffen, voor een periode van minder dan drie maanden, van gemeubeld logies in hotels, motels en inrichtingen met een soortgelijke functie waar gewoonlijk aan betalende gasten onderdak wordt verleend voor een periode van minder dan drie maanden, tenzij die inrichtingen geen van de volgende nauw samenhangende diensten verrichten:

-instaan voor het fysiek onthaal van de gasten,

-de terbeschikkingstelling van huishoudlinnen en,

-wanneer het gemeubeld logies wordt verstrekt voor een periode van meer dan een week, de vervanging ervan tenminste eenmaal per week, en het dagelijks verschaffen van het ontbijt, door de exploitant van het logies of door een derde voor zijn rekening (artikel 44, §3, 2°, a), 3de gedachtenstreepje, nieuw, WBTW).

Deze periode van minder dan 3 maanden komt overeen met de maximale duur die algemeen wordt aanvaard voor toeristische verblijven in het hotelwezen en betreft in de overgrote meerderheid van de gevallen de minimumduur van studentenverhuur. Wanneer de duur gelijk is aan of meer bedraagt dan 3 maanden, is de huur derhalve vrijgesteld.

De aanverwante diensten is evenwel niet relevant voor hotels en motels, waarvoor in ieder geval alleen de voorwaarde van drie maanden geldt.

Voorts zij opgemerkt dat, indien de termijn van drie maanden wordt overschreden ten gevolge van het sluiten van verschillende opeenvolgende overeenkomsten, de overeenkomst gedurende welke de termijn van drie maanden wordt overschreden, niet meer kan worden belast.

Btw seminaries

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief