De eenmalige investeringsaftrek is verhoogd van 8% naar 20% voor investeringen gedaan vanaf 01.01.2018 tot en met 31.12.2019. Zijn vennootschappen met een gebroken boekjaar benadeeld?

Investeringsaftrek 20%

Oorspronkelijk: koppeling aan aanslagjaar 2019 en 2020

In het zomerakkoord werd een tijdelijke verhoging aangekondigd van het basispercentage van investeringsaftrek van 8% naar 20% voor de vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tussen 01.01.2018 en 31.12.2019.

Aanvankelijk werd daar ook de voorwaarde aan gekoppeld dat het moet gaan om een boekjaar verbonden aan het aanslagjaar 2019 en 2020. Dat leek logisch aangezien het tarief van de vennootschapsbelasting daalde van 33,99% naar 29,58% (en naar 20,4% voor de kmo) vanaf het aanslagjaar 2019.

Door die oorspronkelijke dubbele voorwaarde zou het niet volstaan dat de investering gedaan werd in de loop van 2018 of 2019. Het boekjaar waarin die investering gebeuren zou ook gekoppeld moeten zijn aan aanslagjaar 2019 of 2020.

De verhoging van de investeringsaftrek voor eenmanszaken was duidelijk aangezien voor eenmanszaken het belastbaar tijdperk samenloopt met het kalenderjaar.

Maar vennootschappen met gebroken boekjaar zouden benadeeld zijn door die Initiële inwerkingtreding. Neem bijvoorbeeld een vennootschap met een afsluitdatum per 30.09. Haar eerstvolgende boekjaar sluit dan af op 30.09.2018 (= nog aanslagjaar 2018).

De investeringen gedaan in de periode van 01.01.2018 tot en met 30.09.2018 door deze vennootschap zouden niet in aanmerking komen voor de verhoogde investeringsaftrek. De investering werd dan immers niet gedaan tijdens het AJ 2019.

Finaal: géén koppeling meer aan aanslagjaar

Tijdens de parlementaire behandeling van de wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting werd in laatste instantie nog een amendement ingediend om de link met het aanslagjaar 2019 en 2020 te schrappen.

Dat amendement werd ook aangenomen. Zodat de verhoging van het basispercentage van de investeringsaftrek naar 20% geldt voor de vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tussen 01.01.2018 en 31.12.2019. De koppeling met het aanslagjaar 2019 en 2020 is dus verdwenen.

Indien de vennootschap haar eerstvolgende boekjaar bv. afsluit op 30.09.2018, dan kunnen de investeringen in de periode van 01.01.2018 tot en met 30.09.2018 alsnog genieten van de 20% investeringsaftrek voor zover alle basisvoorwaarden voor de investeringsaftrek vervuld zijn.

Vennootschappen met een gebroken boekjaren die afsluiten in de loop van 2018 (maar vóór 31.12.2018) worden nu bevoordeeld in plaats van benadeeld.

Immers een vennootschap met afsluitdatum per 30.09 die investeringen doet tussen 01.01.2018 en 30.09.208 zal de investeringsaftrek van 20% tesamen met de afschrijvingskosten nog kunnen verzilveren tegen de het oude basistarief van de vennootschapsbelasting van 33,99% of tegen de oude verminderde tarieven voor aanslagjaar 2018.

Door de verhoging van het basispercentage van de gewone eenmalige investeringsaftrek van 8% naar 20% is deze soms interessanter dan de reeds bestaande verhoogde investeringsaftrek van 13,5% voor enkele specifieke investeringen zoals investeringen in digitale activa of energiebesparende investeringen.

Besluit:

Kleine vennootschappen kunnen genieten van de tijdelijke verhoogde investeringsaftrek van 20% voor de investeringen gedaan tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019, ongeacht de datum van afsluiting van hun boekjaar. Door de gewijzigde inwerkingtreding worden vennootschappen met een gebroken boekjaar nu bevoordeeld in plaats van benadeeld.

Opleidingen vennootschapsbelasting

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief