Eigenaars, bezitters, erfpachters, opstalhouders en vruchtgebruikers van onroerende goederen in België of het buitenland moeten bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie aangifte doen van onder meer de ingebruikneming of verhuring ervan. Doen ze dit niet, dan kan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) een administratieve geldboete opleggen van 250 tot 3.000 euro.

Bij KB van 20 september 2023 (BS 12 oktober 2023, tweede editie) heeft de Koning de schalen en toepassingsmodaliteiten vastgesteld van de specifieke administratieve boete die verschuldigd is door belastingplichtigen die hun onroerende goederen niet aangeven, ook als die in het buitenland gelegen zijn.

Uit het KB blijkt dat de boete afhangt van het kadastraal inkomen van het betrokken onroerend goed; zo geldt de maximale boete van 3.000 EUR vanaf een KI van 2.500 EUR.

Ontdek meer fiscale informatie in onze kennisdatabank Practinet.

Aangifteplicht

Eigenaars, bezitters, erfpachters, opstalhouders en vruchtgebruikers van onroerende goederen in België of het buitenland zijn verplicht om bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) aangifte te doen van (art. 473 WIB 1992):

  • de ingebruikneming of verhuring, indien deze de ingebruikneming voorafgaat, van de nieuw opgerichte of herbouwde onroerende goederen;
  • de voltooiing van de werken aan de gewijzigde gebouwde onroerende goederen;
  • de verandering in de wijze van exploitatie, de omvorming of de verbetering van ongebouwde onroerende goederen; en
  • de ingebruikstelling van nieuw of toegevoegd materieel of outillage en de wijziging of de definitieve buitengebruikstelling van materieel of outillage.

Die aangifte moet gebeuren binnen de 30 dagen volgende op de gebeurtenis.

Als de belastingplichtige die aangifteplicht niet naleeft, dan kan de administratie hem een administratieve geldboete opleggen van 250 tot 3.000 euro (art. 445 §5 WIB 1992).

Buitenlands vastgoed

De wet van 17 februari 2021 heeft de aangifteplicht m.b.t. de voormelde gebeurtenissen met ingang van 1 januari 2021 mutatis mutandis ook in bepaalde omstandigheden van toepassing verklaard ten aanzien van in het buitenland gelegen onroerende goederen.

Er wordt heden een kadastraal inkomen toegekend aan in het buitenland gelegen onroerend goed. Deze toekenning geldt als het zakelijk recht over het buitenlands onroerend goed wordt aangehouden door één van de hierna bedoelde belastingplichtigen:

  • rijksinwoners;
  • rechtspersonen die uitdrukkelijk (door artikel 180, 1° WIB 1992) uitgesloten zijn van de vennootschapsbelasting; en de rechtspersonen die ingevolge artikel 220, 3° WIB 1992 aan de rechtspersonenbelasting onderworpen zijn, zoals de meeste VZW's;
  • juridische constructies waarvan een van de voormelde rijksinwoners of aan de RPB onderworpen rechtspersonen oprichter is.

De wetgever verplicht deze belastingplichtigen om de voormelde gebeurtenissen (ingebruikneming, verhuring, enz.) uit eigen beweging te melden aan de Administratie. Ook hier heeft men voor deze aangifte in principe 30 dagen tijd.

De geviseerde belastingplichtigen moeten dus bv. de eerste ingebruikneming of verhuring van een in het buitenland gelegen onroerend goed voortaan spontaan melden aan de Administratie. Idem als het gaat om de ingebruikstelling van in het buitenland gelegen nieuw vastgoed.

De geviseerde belastingplichtigen zijn ook verplicht om de verwerving te melden van een buitenlands onroerend goed dat al in gebruik is genomen of verhuurd is. Ook deze melding moet uit eigen beweging gebeuren bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie. Men heeft daarvoor vier maanden tijd (art. 473, § 2, al. 1 WIB 1992).

Daarnaast legt de wetgever in hoofde van de hier geviseerde belastingplichtigen ook de verplichting op om de vervreemding van hun (reeds in gebruik genomen of verhuurd) buitenlands onroerend goed te melden; ook daarvoor heeft men vier maanden tijd.

Boete afhankelijk van het kadastraal inkomen

Het precieze bedrag varieert naargelang het type inbreuk en het kadastraal inkomen.

Het kadastraal inkomen dat in aanmerking wordt genomen voor het vaststellen van het bedrag van de boete bij niet-naleving van de aangifteverplichtingen (art. 473 §1 WIB 1992)), is datgene dat werd vastgesteld bij toepassing van art.494 WIB 1992 m.a.w. het geschat of herschat kadastraal inkomen op basis van de nieuwe toestand die laattijdig werd aangegeven door de belastingplichtige of die door de administratie werd vastgesteld.

In geval van laattijdige aangifte of niet-aangifte worden de boetes toegepast per betrokken kadastraal perceel.

Boeteschaal

De bedragen van de toegepaste geldboetes zijn nu in een formele boeteschaal vastgelegd. Die schaal van administratieve geldboetes’ wordt toegevoegd aan het KB/WIB 1992. Ze creëert daarvoor een nieuw artikel 229/7 in “Afdeling 17, Schaal van de administratieve geldboetes en hun toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk 3, afdeling XVII.

Aard van de overtredingen Bedrag van het nieuwe KI Bedrag van de geldboete
Overtreding onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige: / Nihil
Laattijdige aangifte of niet-aangifte van de gebeurtenissen vermeld in artikel 473, § 1, eerste lid, streepjes 1 tot en met 3, van het WIB92: - KI < 745 EUR 1.000 EUR
- KI vanaf 745 EUR en minder dan 2.500 EUR 2.000 EUR
- KI > of = 2500 EUR 3.000 EUR
Laattijdige aangifte of niet-aangifte van de ingebruikstelling van nieuw of toegevoegd materieel of outillage, alsook van de wijziging of van de definitieve buitengebruikstelling van materieel en outillage (art. 473, § 1, eerste lid, vierde streepje, van het WIB92): - KI < 159 EUR Nihil
- KI vanaf 159 EUR en minder dan 745 EUR 1.000 EUR
- KI vanaf 745 EUR en minder dan 2.500 EUR 2.000 EUR
- KI > of = 2500 EUR 3.000 EUR
Laattijdige aangifte of niet-aangifte van verwerving en/of vervreemding van een zakelijk recht op een in het buitenland gelegen onroerend goed of laattijdige aangifte of niet-aangifte van het bestaan van een zakelijk recht op een in het buitenland gelegen onroerend goed, op 31.12.2020 (art. 473, § 2, van het WIB92): - KI < 745 EUR 1.000 EUR
- KI vanaf 745 EUR en minder dan 2500 EUR 2.000 EUR
- KI > of = 2.500 EUR 3.000 EUR

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) kan een boete opleggen voor elk kadastraal perceel waarvoor een aangifte had moeten worden ingediend of waarvan de aangifte te laat is ingediend.

Inwerkingtreding: 22 oktober 2023 (10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad).

Bron: Koninklijk besluit van 20.09.2023 tot uitvoering van artikel 445, § 5 WIB 1992 inzake de vastlegging van de schaal van de administratieve boetes en hun toepassingsmodaliteiten, B.S. 12 oktober 2023 Blz. 92012.

Bemiddelingsdienst

Wie een kwijtschelding of vermindering van deze administratieve boete zou willen vragen, moet zich daartoe tegenwoordig tot de fiscale Bemiddelingsdienst richten. Deze fiscale Bemiddelingsdienst is immers bevoegd om uitspraak te doen over o.m. de verzoeken om kwijtschelding of vermindering van belastingverhogingen en administratieve boetes bedoeld in de artikelen 444 en 445 WIB 1992 en dus ook over de hier bedoelde specifieke boete die is opgenomen in art. 445, § 5 WIB 1992.

De Bemiddelingsdienst is ter zake bevoegd voor zover die belastingverhogingen en administratieve boetes niet meer onderhevig zijn aan enig administratief en rechterlijk beroep (= mits zij definitief zijn) en zij niet zijn opgelegd ingevolge inbreuken die via de administratieve weg zijn geregeld in het kader van het overleg, ingevoerd door de wet van 20 september 2012 tot instelling van het una via-principe.

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?