Huidige wetsartikel 49 WIB92

Het huidige artikel 49 WIB92 schrijft voor dat fiscaal als beroepskosten aftrekbaar zijn de uitgaven die de belastingplichtige tijdens het belastbaar tijdperk heeft gedaan of gedragen om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en waarvan de echtheid en het bedrag door bewijsstukken moet worden verantwoord. Met de term ‘gedaan’ wordt de werkelijke, effectieve betaling bedoeld.

De belastingadministratie onderschrijft dit in haar administratieve commentaar (Com.IB92, 49/13). De fiscale wet staat hiërarchisch hoger dan het KB dat de boekings- en waarderingsregels vastlegt. De fiscale wetgeving is bovendien van openbare orde.

Art. 49 WIB92 is zowel van toepassing op natuurlijke personen als vennootschappen.

Geen integrale aftrek meer van vooruitbetaalde kosten vanaf Aj 2019

In het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting werd beslist dat vanaf aanslagjaar 2019 op fiscaal gebied het matching principe verplicht moet worden toegepast door vennootschappen. Kosten die slaan op een volgend boekjaar zijn pas in dat volgend boekjaar aftrekbaar en niet langer in het lopende boekjaar.

Fiscaal-technisch zal een nieuw art. 195/1 WIB92 ingevoegd worden voor vennootschappen:

“De kosten die werkelijk zijn betaald of gedragen, of het karakter van zekere en vaststaande schulden of verliezen hebben verkregen en als zodanig zijn geboekt in het belastbare tijdperk, en die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op een toekomstig belastbaar tijdperk, zijn  slechts als beroepskosten aftrekbaar in het belastbare tijdperk waarin ze ofwel zijn betaald of gedragen, ofwel als schuld zijn geboekt , alsmede in de volgende belastbare tijdperken, in verhouding tot het gedeelte van die kosten dat betrekking heeft op dat belastbare tijdperk”.

Let op. De maatregel treedt in werking vanaf aanslagjaar 2019 voor zover dat verbonden is aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt vanaf 01.01.2018. Bijgevolg zullen vooruitbetaalde kosten niet meer integraal aftrekbaar in het jaar van hun vooruitbetaling maar enkel voor het gedeelte dat betrekking heeft op dat jaar zelf conform de boekhoudwet.

Op die manier wil de regering de mogelijkheid vermijden om “vooruitbetaalde kosten” integraal af te trekken in het jaar van de vooruitbetaling.

In de personenbelasting blijft de integrale aftrek van vooruitbetaalde kosten wel nog mogelijk.

Do it now!

Vennootschappen zullen de planningstechniek met een vooruitbetaalde huur dus de laatste keer kunnen benutten in boekjaar 2017 (aanslagjaar 2018) wanneer deze huur tijdens dat boekjaar effectief wordt betaald, ook al heeft deze kost betrekking op latere boekjaren.

Bevestiging in de rechtspraak

Zowel het Hof van Beroep van Antwerpen als de fiscale rechtbank te Hasselt hebben in het verleden de integrale en onmiddellijke aftrek als beroepskost van vooruitbetaalde huurgelden aanvaard in het jaar waarin ze betaald zijn. Art. 49 lid 2 WIB92 wijkt af van het boekhoudrecht. Gelet op het fiscaal legaliteitsbeginsel kan de fiscus zich niet op de bepalingen van het jaarrekeningbesluit beroepen om de aftrek te weigeren (HvB. Antwerpen, 17 maart 2015 en Rb. Hasselt 13/10/2004).

Belastbaarheid van vooruitbetaalde huur bij de verhuurder?

In hoofde van de verhuurder gelden voor vooruitbetaalde huur verschillende regels al naargelang de verhuurder een natuurlijke persoon of een vennootschap is.

Vennootschappen-verhuurders

Voor vennootschappen-verhuurders geldt de regel dat hun opbrengsten in principe belastbaar zijn in het jaar waarin ze over een zekere en vaststaande schuldvordering beschikken. Vennootschappen die opbrengsten vooraf ontvangen (zoals bv. een vooruitbetaalde huur) zijn overeenkomstig het boekhoudrecht verplicht de vooraf ontvangen bedragen op een overlopende rekening te boeken. Nadien moeten de opbrengsten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben (art. 33 KB/W.Venn.). Die regel werkt door op fiscaal vlak (Cass. 20 februari 1997). Vennootschappen die opbrengsten vooruit ontvangen, zullen op die inkomsten slechts gespreid in de tijd belast worden.

Natuurlijke personen-verhuurders

Bij natuurlijke personen-verhuurders is de vooruitbetaalde huur in principe belastbaar in het jaar waarin de vooruitbetaalde huur wordt verkregen of ontvangen. Maar de fiscus aanvaardt dat het bedrag van de vooruitbetaalde huur, mits het schriftelijk en onherroepelijk akkoord van de verhuurder, mag worden verdeeld over de gehele periode waarop de betaling betrekking heeft. 

Opleidingen vennootschapsbelasting

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief