Op 27 september 2023 publiceerde de rulingdienst haar eerste ruling inzake auteursrechten (Voorafgaande beslissing nr. 2023.0437 d.d. 25.07.2023) na de hervorming van de auteursrechten die vanaf 1 januari 2023 in werking is getreden.

De aanvrager is schrijver van fiscale artikels die geregeld in een Belgisch vaktijdschrift worden gepubliceerd. De uitgeverij van dit vaktijdschrift betaalt hiervoor een forfaitair bedrag per gepubliceerde volledige pagina.

Fiscaal auteur krijgt groen licht van de rulingdienst: nieuwe auteursrechtenregeling zonder relatieve begrenzing

Vraag aan de rulingdienst

De aanvrager vraagt aan de rulingdienst de bevestiging dat de forfaitaire vergoeding per gepubliceerde pagina in zijn naam onder de nieuwe auteursrechtenregeling vallen en dus zullen belast worden tegen 15% na de kostenaftrek.

Beslissing van de rulingdienst

Materieel toepassingsgebied

De rulingdienst bevestigt dat de vergoeding binnen het materieel toepassingsgebied valt. De fiscale artikels die worden geschreven door de aanvrager kunnen worden aangemerkt als beschermde werken van letterkunde of kunst zoals bedoeld in artikel XI.165 van het Wetboek van economisch recht. De inkomsten worden verkregen uit de overdracht van de auteursrechten en gebeuren met het oog op de uitgave of exploitatie ervan.

Personeel toepassingsgebied

Aangezien de aanvrager niet over een kunstwerkattest beschikt gaat de ruling, wat betreft het personele toepassingsgebied, na of er sprake is van de overdracht aan een derde voor de mededeling aan het (brede) publiek, voor openbare uitvoering, of voor reproductie. Uit de auteursrechtenovereenkomst blijkt dat de artikelen in het vaktijdschrift aan een breed publiek worden aangeboden en bijgevolg onder het personeel toepassingsgebied van het fiscaal regime van de auteursrechten en naburige rechten vallen.

Géén financiële relatieve begrenzing

In de nieuwe regeling wordt een bijkomende beperking toegevoegd voor het geval de overdracht of het verlenen van de rechten gepaard gaat met een geleverde prestatie. Het vermoeden van rechtswege dat het om roerende inkomsten gaat, geldt slechts als en in de mate dat het onderdeel 'auteursrechten' niet hoger is dan een bepaald percentage van de totale vergoeding. Met name 50% in 2023, 40% in 2024 en 30% vanaf 2025.

Deze procentuele beperking geldt evenwel niet als de overdracht niet gepaard gaat met een geleverde prestatie, en evenmin als de auteursrechten “naderhand worden verkregen, losstaand van de initiële vergoeding die ook een vergoeding voor de geleverde prestaties omvat”.

Uit de aanvraag blijkt dat de fiscaal auteur inkomsten uit auteursrechten (die aan de voorwaarden van artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 voldoen) zal verwerven 'buiten het kader zijn beroepsactiviteit'. Belangrijk voor de ruling is dat de auteur dus niet “onder het gezag” of “in opdracht van” de uitgever werkt.

De DVB bevestigt dat de overdracht of het verlenen van de rechten niet gepaard gaat met een geleverde prestatie waardoor de bovenvermelde procentuele beperking niet van toepassing is.

Conclusie

De rulingdienst bevestigt dat de forfaitaire vergoedingen per gepubliceerde pagina voor de ingeleverde fiscale artikels integraal auteursrechten zijn die, na toepassing van de kostenaftrek, genieten van  het gunsttarief van 15% (+ aanvullende gemeentebelasting).

Uiteraard enkel binnen volgende grenzen:

  • absolute begrenzing: in de mate dat de auteursrechten de absolute grens van 70.220,00 (AJ 2024) niet overschrijden. Het deel dat deze grens overschrijdt zal als een beroepsinkomen worden beschouwd.
  • gemiddelde viergrens: het gemiddelde inkomen uit auteursrechten dat in de vier vorige belastbare tijdperken is ontvangen het absolute maximumplafond van 70.220 EUR (AJ 2024) niet overschrijdt. Bij een overschrijving van deze grens zullen alle auteursrechten als een beroepsinkomen worden beschouwd.

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?