Het percentage van de gewone investeringsaftrek is tijdelijk verhoogd van 8% naar 25 % voor de gewone investeringen van zelfstandigen (natuurlijke personen) en van kleine vennootschappen (art. 1:24 WVV). Deze verhoging geldt voor de vaste activa verkregen of tot stand gebracht in de periode die loopt van 12 maart 2020 tot en met 31 december 2020 (Coronawet III van 15 juli 2020, B.S. 23 juli 2020).

Ontwerp van Programmawet, Kamer DOC 55-1662/001 kondigt aan dat deze maatregel zal worden verlengd "met twee jaren".

De aangekondigde verlenging met 2 jaren is goed nieuws. Dit bespaart menig ondernemer de moeite om alsnog overhaast te investeren tegen het einde van dit kalenderjaar 2020.

VOORBEELD

Bij de aankoop van een nieuwe machine van 100.000,00 EUR kan de ondernemer (eenmanszaak) of de kleine vennootschap voor het jaar van aanschaf 25.000,00 EUR (100.000,00 x 25%) extra aftrekken van zijn/haar belastbare winst, bovenop de jaarlijkse afschrijving op de aanschaffingswaarde van de machine.

Indien de zelfstandige met zijn winsten of baten in de hoogste belastingschijf van de personenbelasting zit, dan moet hij/zij dus 12.500,00 EUR minder personenbelasting betalen dankzij deze investeringsaftrek. Gaat het om een kleine vennootschap waarvan haar eerste 100.000,00 EUR winst tegen het verlaagd tarief van 20% belast wordt, dan levert de investeringsaftrek haar een belastingbesparing van 5.000,00 EUR op.

Basisvoorwaarden

De basisvoorwaarden voor de investeringsaftrek moeten voldaan zijn. In de algemene regel moet het gaan om materiële vaste activa die in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht en om nieuwe immateriële vaste activa. Deze nieuwe activa moeten in België uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en ze moeten ten minste over drie jaar worden afgeschreven. Personenwagens en auto’s voor dubbel gebruik alsook investeringen die ook privé gebruikt worden (bv. smartphones) zijn uitgesloten.

Wat ingeval van onvoldoende winst?

Indien de gewone investeringsaftrek niet kan worden benut wegens geen of een te lage winst in 2020, dan is die niet-gebruikte investeringsaftrek onbeperkt overdraagbaar in de personenbelasting en maximaal voor één jaar overdraagbaar in de vennootschapsbelasting.

De coronawet III laat toe dat een kleine vennootschap de niet-benutte gewone investeringsaftrek die betrekking heeft op investeringen gedaan tussen 1 januari 2019 t.e.m. 31 december 2019 mag overdragen naar de volgende twee belastbare tijdperken (i.p.v. enkel het volgende belastbare tijdperk). Hiermee wil de wetgever vermijden dat de kleine vennootschap de investeringsaftrek verloren ziet gaan doordat zij een niet-benutte investeringsaftrek van 2019 overdraagt naar 2020 maar ook daar niet kan benutten omdat de vennootschap een coronaverlies heeft geleden in 2020.

Het Ontwerp van Programmawet, Kamer DOC 55-1662/001 kondigt aan dat in de vennootschapsbelasting de tweejarige overdraagheid van de niet-benutte gewone investeringsaftrek uitgebreid wordt tot de investeringen verkregen of tot stand gebracht in de jaren 2021 en 2022. 

Pro memorie : in de personenbelasting is de overdracht van de niet-verleende vrijstelling onbeperkt overdraagbaar.

Gewone of verhoogde investeringsaftrek?

Door het tarief van de gewone investeringsaftrek te verhogen tot 25 % zal het in principe niet interessant zijn om de verhoogde investeringsaftrek van 13,5 % (voor digitale investeringen, voor energiebesparende investeringen) of 20,50 % (voor beveiligingsinvesteringen of voor O&O) toe te passen, tenzij omwille van de onbeperkte overdraagbaarheid van de verhoogde investeringsaftrek van 13,5% of 20,5%.