Het Europees Hof van Justitie heeft zich twee maal zeer positief uitgesproken over de problematiek van de uitoefening van het recht op aftrek van btw en de formele voorwaarden. In twee arresten op 15 september 2016 laat het Hof van Justitie toe dat het recht op aftrek van btw wordt uitgeoefend, zelfs al beschikt de btw-belastingplichtge niet over een 100% conforme factuur (H.v.J. 15 september 2016, C-516, 14 Barlis en C-518/14 Senatex). Dit is een belangrijke evolutie voor de praktijk.

 btw aftrek factuur

H.v.J. Pannon-arrest: enkel btw-aftrek indien conforme factuur

In het verleden eiste het Europees Hof van Justitie een volledig conforme factuur voor de uitoefening van het recht op aftrek in het Pannon-arrest (H.v.J., 15 juli 2010, C-368/09, Pannon). Dat was een bijzonder strenge houding. Zonder conforme inkomende factuur is geen btw-aftrek mogelijk. Een conforme factuur is een factuur die alle wettelijke vereiste vermeldingen bevat. De enige soepelheid die het Hof van Justitie toestond was de mogelijkheid om onregelmatige aankoopfacturen nog altijd te laten corrigeren tot op het moment waarop de btw -administratie een regularisatieopgave verstuurt naar de btw-belastingplichtige waarin hij enerzijds de begane onregelmatigheden uiteenzet en de verschuldigde btw vaststelt.

H.v.J. Barlis arrest: niet-conforme factuur laat toch btw-aftrek toe

In het arrest op 15 september 2016 in de zaak Barlis laat het Europees Hof van Justitie de btw-aftrek toch toe als de materiële voorwaarden voor het recht op aftrek worden toegestaan, ook al indien een formele voorwaarde niet wordt gerespecteerd.

De Portugese onderneming Barlis exploiteert hotels met een restaurant. Barlis deed beroep op een advocatenkantoor juridische diensten. Ze kreeg daarvoor facturen met de vermelding “juridische dienstverlening tot op heden”. De Portugese btw-administratie weigerde de btw-aftrek omdat de omschrijving op de factuur ontoereikend was. Barlis legde daarop aanvullende stukken met een gedetailleerde omschrijving van de betrokken diensten voor. Maar volgens de btw-administratie kon het wettelijk vormgebrek niet worden verholpen door bijlagen met de ontbrekende gegevens toe te voegen. Het Hof van Justitie acht de ontvangen factuur niet conform met art. 266 van de btw-richtlijn omdat die vermelding niet voldoende gedetailleerd de aard van de diensten aanduidt. Maar zij staat de btw-aftrek toch toe omdat de btw-administratie met de aanvullende stukken over de nodige gegevens beschikt om vast te stellen dat is voldaan aan de materiële voorwaarden.

Volgens het “substance over form” principe moet voorrang worden gegeven aan de materiële voorwaarden (H.v.J. 15 september 2016, C-516/14, Barlis).

H.v.J. Senatex-arrest: correcties van niet-conforme factuur werken retroactief

In het arrest op 15 september 2016 in de zaak Senatex zegt het Europees Hof van Justitie dat de btw-aftrek niet geweigerd kan worden louter omdat het btw-identificatienummer ontbrak op de inkomende factuur.

Dit geschil betrof de Duitse onderneming Senatex, die een groothandel in textiel exploiteert. Senatex bracht de btw op provisieafrekeningen (self bills) van haar handelsagenten en van facturen van een reclameontwerper in aftrek. Maar het btw-nummer van de handelsagenten werd niet vermeld op de provisieafrekeningen. Daarom weigerde de Duitse btw-administratie de aftrek. De administratie aanvaardde wel dat het recht op aftrek wordt hersteld maar pas vanaf het moment dat Senatex haar  self bills gecorrigeerd had. Senatex had recht uitgeoefend op basis van een niet-conforme factuur. Dat was te vroeg volgens de  Duitse administratie die nalatigheidsinteresten oplegde.

Volgens het Hof van Justitie mag de btw-aftrek vanaf het begin uitgeoefend worden. Men hoeft niet te wachten tot het jaar waarin een niet-conforme factuur is gecorrigeerd. Een correctie werkt m.a.w. met terug tot op de datum van de uitreiking van de initiële factuur (H.v.J. 15 september 2016, C-518/14, Senatex).

Belang voor dagelijkse praktijk

Met deze twee arresten wijkt het Europees Hof van Justitie opvallend af van haar voorgaande uitspraken over de conformiteit van de factuur. We onthouden twee conclusies.

Eén, een factuur is nog steeds vereist voor de uitoefening van het recht op btw-aftrek. Maar het Barlis-arrest leert ons dat de btw-plichtige die een factuur met vaag omschreven prestaties ontvangt ook aan de hand van andere aanvullende documenten kan aantonen dat er voldaan is aan de materiële voorwaarden voor de uitoefening van het recht op aftrek.

Twee, een btw-plichtige die een onvolledige factuur ontvangt, vraagt toch best aan zijn leverancier een creditnota en een nieuwe factuur. Wie dat niet heeft gedaan kan de btw-aftrek op niet-conforme ontvangen facturen verdedigen aan de hand van het Senatex-arrest op voorwaarde dat foutieve vermeldingen later hersteld worden met een document dat de oorspronkelijke factuur aanvult of corrigeert.