Recent werd de Minister ondervraagd over de houding van de fiscus wanneer een vennootschap een vergoeding vraagt aan haar werknemer of bedrijfsleider voor het privé gebruik van een firmawagen. Eens kijken hoe de Minister dat ziet…

Vergoeding voor het privé gebruik 

De vennootschap kan aan haar personeelsleden of bedrijfsleiders voor privaat gebruik van de bedrijfswagen een vergoeding vragen. Zo’n vergoedingssysteem kan op de drie manieren georganiseerd worden: (1) door een bedrag te factureren aan de genieter, (2) door een inhouding te doen op het nettoloon van de genieter en (3) door de vergoeding in te schrijven op de debetzijde van de rekening-courant van de genieter. De vennootschap boekt de vergoeding als een opbrengst in haar boekhouding.

Mag de vennootschap de ontvangen vergoeding aftrekken van haar autokosten bij de berekening van de verworpen uitgaven van de bedrijfswagen, zoals het geval is als de genieter belast wordt op een voordeel van alle aard firmawagen?

Correctie op de te beperken autokosten 

Wat zei de fiscus traditioneel? Enkel indien er een voordeel van alle aard belast wordt in de personenbelasting mogen de autokosten verminderd worden met het voordeel. Want in de mate van het voordeel zijn de autokosten dan immers loonkosten geworden die voor 100% aftrekbaar zijn. Een eigen bijdrage van de bedrijfsleider/werknemer is geen loonkost. En dus blijven volgens de administratie alle gemaakte autokosten te beperken (Parl. Vr. nr. 1206 Dhr. Borginon, 27 maart 2006).
 

Wat zei Cassatie? Precies het tegenovergestelde! Cassatie bevestigde de stelling van de Antwerpse rechter die eerder al zei dat de fiscale aftrekbeperking enkel van toepassing is op de professionele kosten van personenwagens, en dus niet op de kosten in verband met het privé-gebruik van de auto (HvB Antwerpen, dd. 17 mei 2011). Volgens de rechter speelt de aftrekbeperking niet bij de vennootschap aangezien zij de kosten heeft voorgeschoten aan haar werknemers en de ontvangen vergoeding strekt tot delging van dit voorschot. Tegen het arrest van de Antwerpse rechter was de administratie in cassatie gegaan. Maar het Hof van Cassatie verwierp deze voorziening (Cass. dd. 10 oktober 2014).
 

Voorbeeld. Neem een auto waarvan de aftrek in categorie van 60% zit. Forfaitair voordeel = € 2.000. Brandstofkosten = € 1.000 en vaste autokosten =€  4.000. De vennootschap boekt € 2.000 op de RC van haar zaakvoerder tegenover € 1.655,89 als opbrengst en € 347,11 als verschuldigde btw. Volgens de fiscus zijn er dan 1.850 te verwerpen autokosten (4.000 x 40% = 1.600 VU plus 1.000 x 25% = 250 VU). Volgens Cassatie hoeft de vennootschap slechts € 1.263,22 aan autokosten te verwerpen: 4.000 – (1.652,89 x 70%) = 2.842,98 x 40% = 1.137,19 VU plus 1.000 – (1.652,89 x 30%) = 504,13 x 25% = 126,03 VU.
 

Hoe gedraagt de fiscus zich na Cassatie?  Als een slechte verliezer…. Er is nu een parlementaire vraag waarin de minister zegt zich niet neer te zullen leggen bij het cassatie-arrest. Waarom? Omdat Cassatie zich zogezegd niet over de legaliteit van de interpretatie heeft uitgesproken.

Gevolg? Tja, wellicht miserie bij een fiscale controle als uw controleur zijn Minister van Financiën volgt! Maar gelukkig heeft u de rechtspraak aan uw kant. Speel zeker het arrest van Cassatie uit om uw gelijk af te dwingen!

Bron: Parl. Vr. nr. 218 Dhr. Van Der Maelen, 7 maart 2014

Volgens de fiscus mag een vergoeding wel aftrokken worden van de verworpen uitgaven auto terwijl de fiscus dit blijft weigeren. De tegenstelling tussen de administratieve zienswijze en de visie rechtspraak is  alleen maar scherper geworden.

Opleidingen vennootschapsbelasting

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief