De fiscale programmawet van 25 december 2016 (B.S. 29 december 2016) bevat alweer een pak van nieuwe fiscale maatregelen – genomen vanuit de budgettaire begrotingsoptiek.

Een overzicht van de nieuwe fiscale maatregelen van de programmawet:

  1. Verhoging roerende voorheffing
  2. Extra belasting op bedrijfswagens met tankkaart
  3. Interne meerwaarden
  4. Afschaffing van de speculatiebelasting
  5. Uitbreiding van de beurstaks
  6. Verlaagd btw-tarief op sociale huisvesting uitgebreid tot privésector
  7. 'Excess profit rulings'
  8. Invordering van douane- en accijnsschulden en penale boeten
  9. Duurdere strafboetes


Fiscale maatregelen programmawet 25 december 2016

1. Verhoging roerende voorheffing 

Het basistarief van de roerende voorheffing is opgetrokken van 27% tot 30% voor interesten en dividenden toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1 januari 2017.  Ook het afzonderlijk tarief van de personenbelasting voor de roerende inkomsten is gestegen van 27% tot 30% sinds 1 januari 2017. 

Het gunsttarief van 15% roerende voorheffing blijft evenwel bestaan voor interesten van Letermebons,  interesten van spaardeposito's boven de vrijgestelde schijf van 1.880 EUR en voor dividenden. 

Kleine vennootschappen die een liquidatiereserve aanleggen voor een boekjaar dat ten vroegste verbonden is met het aanslagjaar 2018 en die nadien deze liquidatiereserve uitkeren binnen de 5 jaar na de aanleg ervan zullen 20% roerende voorheffing i.p.v. 17% moeten inhouden. 

Het systeem voor de zgn. VVPR-bis-dividenden voor kleine vennootschappen wijzigt niet.( art. 269, §2 WIB 92). Ook de voorziene sancties onder de vorm van roerende voorheffing bij vervroegde terugbetalingen van het zgn. vastklikkapitaal (art. 537 WIB92) blijven dezelfde. 

2. Extra belasting op bedrijfswagens met tankkaart 

Vanaf 01.01.2017 moeten vennootschappen die een firmawagen voor privé gebruik ter beschikking stellen van hun personeelsleden of bedrijfsleiders en daarbij de brandstofkosten verbonden aan dat persoonlijk gebruik geheel of gedeeltelijk ten laste nemen, 40% van het bedrag van het voordeel van alle aard opnemen in hun verworpen. Denk bijvoorbeeld aan de bedrijfswagens met tankkaart. 

Indien de vennootschap louter een bedrijfswagen ter beschikking stelt zonder dat zij enige brandstofkosten verbonden aan dat persoonlijk gebruik ten laste neemt, dan moet zij slechts 17% van het voordeel van alle aard opnemen in hun verworpen uitgaven. 

Bovendien mogen vennootschappen vanaf 01.01.2017 géén rekening meer houden met de eventuele eigen bijdrage van de verkrijger van dat voordeel van alle aard bij berekening van de te verwerpen uitgaven van de vennootschap.  Het verwerpingspercentage van 17% of 40% wordt immers voortaan berekend op het in principe belastbaar voordeel van alle aard firmawagen, vooraleer het verminderd wordt met de eigen bijdrage van de genieter van het voordeel.

Bijkomende informatie over de extra belasting op bedrijfswagens met tankkaarten. 

3. Interne meerwaarden 

De zgn. step-up techniek met interne meerwaarden op aandelen wordt aangepakt. Via de inbreng van de aandelen in de eigen holdingvennootschap probeerden vele bedrijfsleiders de opgepotte winsten uit hun werkvennootschap om te zetten in fiscaal gestort kapitaal bij de holding zodat zij later een belastingvrije kapitaalvermindering konden doen. 

Bij inbrengen van aandelen gedaan vanaf 01-01-2017 wordt enkel de aanschaffingswaarde die de inbrenger destijds heeft betaald voor de nu ingebrachte aandelen als gestort kapitaal aangemerkt (art. 184 WIB92). Het verschil tussen de werkelijke waarde van de ingebrachte aandelen en  de door de inbrenger destijds betaalde aanschaffingswaarde krijgt bij de ontvangende vennootschap fiscaal het etiket van een belaste reserve in kapitaal. Op de latere uitkering van die belaste reserve zal de holdingvennootschap dan 30% roerende voorheffing moeten inhouden ter gelegenheid van de kapitaalvermindering of liquidatie. 

Voor inbrengen van aandelen  gedaan zijn vóór 1 januari 2017 zal de administratie een controleactie opstarten. 

Bijkomende informatie over de interne meerwaarden op aandelen. 

4. Afschaffing van de speculatiebelasting 

Vanaf 1 januari 2017 is de 33% belasting op speculatieve meerwaarden op beursgenoteerde aandelen afgeschaft. 

De speculatiebelasting was de destijds ingevoerde belasting van meerwaarden op beursgenoteerde aandelen, opties, warrants of andere financiële instrumenten gebaseerd op aandelen die waren gerealiseerd door particulieren buiten hun beroepswerkzaamheid bij de overdracht binnen de 6 maanden.

5. Uitbreiding van de beurstaks 

Het programmawet van 25 december 2016 voert verschillende aanpassingen door inzake de taks op de beursverrichtingen voor verrichtingen vanaf 01.01.2017 (taks op de beursverrichtingen – art. 120 W.Taksen). 

Alle bestaande maximumbedragen van de beurstaks worden verdubbeld.

  • voor obligaties:  van 650 EUR naar 1.300 EUR
  • voor aandelen: van 800 EUR naar 1.600 EUR
  • voor kapitalisatieaandelen van beveks/bevaks: van 2.000 EUR naar 4.000 EUR. 

Vanaf 01.01.2017 kan bovendien de beurstaks niet meer ontweken worden door een beroep te doen op een buitenlandse tussenpersoon zoals bv. een Amerikaanse broker. Het is nu de Belgische ordergever die de schuldenaar van de belasting wordt, en niet de tussenpersoon. 

De buitenlandse tussenpersonen kunnen voortaan - vooraleer zij beursverrichtingen in België uitvoeren - een in België gevestigde aansprakelijke vertegenwoordiger laten erkennen door of vanwege de Minister van Financiën. Deze vertegenwoordiger verbindt zich hoofdelijk jegens de Belgische Staat, tot de betaling der rechten op de verrichtingen welke de tussenpersoon hetzij voor rekening van derden, hetzij voor zijn eigen rekening doet. 

De termijn voor de aangifte en voor de betaling van de beurstaks wordt verlengd. Ook de boetes voor laattijdige betaling van de beurstaks stijgen. Er is wel een overgangsregeling voorzien voor 2017. 

6. Verlaagd btw-tarief op sociale huisvesting uitgebreid tot privésector 

Vanaf 01.01.2017 kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon (particulieren, vastgoedontwikkelaars, …) die een woning of woningcomplex koopt, bouwt, verbouwt of in leasing neemt om die te verhuren in het kader van het sociaal beleid, genieten van het verlaagd btw-tarief van 12% (i.p.v. 21%). 

Men moet hiervoor welbepaalde voorwaarden en formaliteiten naleven. Zo moet de eigenaar o.a. de woning voor minimum 15 jaar verhuren aan limitatief opgesomde sociale operatoren, zoals bv. sociale verhuurkantoren, OCMW’s en huisvestingsmaatschappijen die ze dan verder verhuren in het kader van het sociaal beleid verstrekte huisvesting. 

Bijkomende informatie over het verlaagde btw-tarief voor de sociale huisvesting

7. ‘Excess profit rulings’ 

De programmawet van 25 december 2016 regelt ook de terugvordering van de fiscale voordelen die multinationals gedurende de voorbije 10 jaren konden genieten via de ‘excess profit rulings’. 

Het gaat hier om het regime dat betrekking had op de belasting van de overwinst (art. 185, § 2, b WIB 92) en die door de Europese Commissie werd bestempeld als verboden staatssteun. 

Jaar per jaar zal de administratie aanslagbiljetten versturen teneinde de belasting die ten gevolge van de excess profit rulings niet werd gestort in te kohieren alsook de gekapitaliseerde interest vanaf het moment dat de steun werd verleend. 

Bij de herberekening van de verschillende jaren wordt er wel rekening gehouden met fiscale aftrekken waar de vennootschap recht op had, maar die zij niet heeft toegepast omwille van de excess profit (bijvoorbeeld de DBI-aftrek, de octrooiaftrek, de aftrek van overgedragen verliezen, de investeringsaftrek). 

Op elke herrekende aanslag wordt voor het bijkomende gedeelte een samengestelde interest in rekening gebracht vanaf de 20ste van de laatste maand van het betrokken boekjaar.

8. Invordering van douane- en accijnsschulden en penale boeten 

Vanaf 01.01.2017 mogen ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen, een voertuig in beslag nemen als zij tijdens een controle op de openbare weg een voertuig detecteren waarvan de eigenaar of de titularis van het kenteken van het voertuig nog openstaande penale boeten en douane- en accijnsschulden heeft. Zij hoeven daartoe niet eerst de machtiging van de beslagrechter te vragen. 

Indien de penale boeten of douane- en accijnsschulden ten laste van de eigenaar van het voertuig of de titularis van het kenteken van het voertuig, niet onmiddellijk aan de douane-ambtenaren kunnen betaald worden, mogen deze ambtenaren meteen het voertuig inbeslag nemen. 

Indien de achterstallige schulden vervolgens niet binnen een bepaalde termijn worden betaald, kan de bevoegde ontvanger het voertuig laten verkopen.

9. Duurdere strafboetes 

Op 1 januari 2017 zijn de opdecimes voor strafrechtelijke geldboeten gestegen van 50 naar 70.  Bijgevolg moeten de boetes uit het Strafwetboek en de bijzondere wetten en reglementen met factor 8 i.p.v. factor 6 vermenigvuldigd worden. 

Besluit

Alhoewel de programmawet (I) van 25 december 2016 ook wel eens de “kerstwet van 2016” wordt genoemd bevat ze jammer genoeg géén kerstcadeaus. Integendeel, de maatregelen werden genomen vanuit budgettaire invalshoek om de begroting op orde te krijgen. 

Hou uw kennis op peil met onze fiscale club!

  • Inschrijven voor de volgende sessie(s) van onze fiscale club kan nog! Met behoud van GRATIS toegang tot Practinet (modules PB en VenB) vanaf uw inschrijving tot 30/06/2024!

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief