Wat is een margeregeling?

De margeregeling is een specifieke btw-regeling die kan toegepast worden door handelaars in gebruikte goederen, tweedehandse vervoermiddelen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. Vaak wordt de margeregeling ten onrechte toegepast. Hoe kunt u dit best corrigeren?

Van wie moeten de goederen afkomstig zijn?

De beoogde goederen mogen afkomstig zijn van de hierna genoemde categorieën personen die geen recht op aftrek, teruggaaf of vrijstelling van de btw hebben genoten:

  • Particulier
  • Niet-belastingplichtige rechtspersoon
  • Vrijgestelde btw-belastingplichtige artikel 44 (en vrijgesteld door art. 44, §2, 13° W.BTW)
  • Kleine onderneming art. 56, §2 W.BTW (en het betreft een bedrijfsmiddel)
  • Andere belastingplichtige wederverkoper

De beoogde goederen mogen NIET afkomstig zijn van de hierna genoemde categorieën personen die recht op aftrek, teruggaaf of vrijstelling van de btw hebben genoten:

  • btw-belastingplichtige indiener van periodieke btw-aangiften
  • btw-belastingplichtige art. 57 W.BTW
  • Internationale instelling/diplomaat
  • Invalide met recht op teruggave art. 77, §2 W.BTW

Praktijkcase. Neem een  belastingplichtige-wederverkoper, met als activiteit de verkoop van nieuwe en tweedehandse auto’s, die een wagen verkoopt die hij van een diplomaat heeft gekocht. Aangezien deze diplomaat bij de aankoop van zijn auto van een vrijstelling van btw heeft genoten, had de verkoop van het voertuig door de belastingplichtige-wederverkoper onder de normale btw-regeling moeten geschieden.

  • Bedrag (ten onrechte) ingeschreven in het aankoopregister : 10 000 EUR
  • Verkoopprijs van het goed onder de margeregeling : 15 000 EUR
  • In de inkomstenbelastingen belastbare winst : 4 132,23 EUR

Cijfervoorbeeld.

Aankoopprijs : 10 000 EUR

Verkoopprijs btw incl. 15 000 EUR

Marge : 5 000 EUR

Maatstaf van heffing (omzet) : 4 132,23 EUR

Verschuldigde btw die werd doorgestort : 867,77 EUR

1ste methode: belasting over de totale verkoopprijs “btw exclusief”

In het algemeen wordt de verkoopprijs van een goed gevormd door de aankoopprijs van het goed plus de winst die de verkoper op de verkoop van dat goed wenst te behalen.

In het voorbeeld wou de belastingplichtige-wederverkoper een winst van 4 132,23 EUR op de verkoop behalen, zodat de verkoopprijs “btw exclusief”  14 132,23 EUR (10 000 EUR + 4 132,23 EUR) bedraagt.

Regularisatie:

  • Nieuwe verkoopprijs, btw inclusief : 17 100,00 EUR (14 132,23 EUR x 1,21)
  • Op deze verkoopprijs verschuldigde btw : 2 967,77 EUR (14 132,23 EUR x 21 %)
  • Reeds over de marge betaalde btw : – 867,77 EUR
  • In te vorderen verschuldigde btw : 2 100  EUR

Ten gevolge van de wijziging van de “verkoopprijs btw inclusief” van de handeling, zal de belastingplichtige-wederverkoper een bedrag aan btw bijkomend moeten betalen dat hij bij de verkoop niet van zijn klant heeft ontvangen. Als hij geen financieel verlies wil lijden, zou hij het btw-bedrag dat hij bijkomend moet betalen van zijn klant kunnen terugvorderen. Aangezien de maatstaf van heffing in de btw ongewijzigd blijft (14 132,23 EUR), blijft de in de inkomstenbelastingen aan te geven winst eveneens ongewijzigd (4 132,23 EUR).

2de methode : afzondering van de btw uit de totale verkoopprijs

De verkoopprijs, btw inclusief, blijft ongewijzigd, maar de btw, begrepen in de totale verkoopprijs en niet meer alleen in de winstmarge, moet worden afgezonderd.

Verkoopprijs, btw inclusief: 15 000,00 EUR

  • Daarin begrepen verschuldigde btw : 2 603,31 EUR (15 000 EUR x 21/121)
  • Reeds over de marge betaalde btw : – 867,77 EUR
  • In te vorderen verschuldigde btw : 1 735,54 EUR

In tegenstelling tot de vorige methode wordt de maatstaf van heffing in de btw verminderd (15 000 EUR – 2 603,31 EUR = 12 396,69 EUR), zodat de in de inkomstenbelastingen aan te geven winst slechts 2 396,69 EUR (namelijk, 12 396,69 EUR – 10 000 EUR) bedraagt.

Bijgevolg kan de belastingplichtige-wederverkoper een belastingvermindering bekomen bij de Administratie, sector directe belastingen.

Welke methode is het meest aangewezen?

De tweede methode blijkt de meest aangewezen te zijn wanneer het verkopen aan particulieren of aan belastingplichtigen zonder (volledig) recht op aftrek betreft, omdat hun dan geen prijssupplement moet worden aangerekend.

Het is bovendien voor de belastingplichtige-wederverkoper ook de minst vervelende methode (minder te regulariseren btw en vermindering van de belastbare winst).

Bij verkopen aan belastingplichtigen met (volledig) recht op aftrek daarentegen, verdient de eerste methode de voorkeur. De btw die de belastingplichtige-wederverkoper hen bijkomend kan factureren, is immers aftrekbaar, desgevallend beperkt tot het maximum van 50 %.

Bovendien dient men in dit geval rekening te houden met de vervaltermijn van het recht op aftrek voor de koper die de desgevallend bijkomend gefactureerde btw misschien niet meer kan aftrekken.

Als het tot een rechtsgeding komt, is het denkbaar dat de rechtbanken zich voor de tweede methode zullen uitspreken (zoals bv. Rb. Luik, 4 maart 2004). De uiteindelijke prijs (btw inclusief) waarover de partijen zijn overeengekomen, blijft ook na de regularisatie dezelfde.

Btw seminaries

Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?

  • Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief